Soms merk ik dat mijn hoofd maar blijft draaien. Alsof mijn gedachten op repeat staan en ik geen uitknop kan vinden. Het begint vaak met iets kleins: een mail die ik nog moet beantwoorden, een afspraak die spannend voelt of een situatie die ik niet helemaal kan inschatten. Voor ik het weet, ben ik een uur verder en ben ik in mijn hoofd allerlei scenario’s aan het uitwerken. Herkenbaar?
Nu ben ik blij dat ik het tegenwoordig veel beter onder controle heb, maar halverwege mijn twintiger jaren – in de periode voordat ik in een burn-out terechtkwam – leek het piekeren alleen maar erger te worden. Het begon me letterlijk mijn nachtrust te kosten. En dat sluipt er zo langzaam in, dat je het niet eens direct doorhebt.
In die tijd probeerde ik van alles om mijn gedachten tot rust te brengen. Urenlang puzzelen tot diep in de nacht werkte het beste, maar ook schilderen kon me tijdelijk afleiden. Het probleem was alleen dat ik me daar dan weer volledig in verloor. Zodra ik stopte, sloeg het piekeren dubbel zo hard terug.
Langzaam begon ik patronen te herkennen: hoe meer ik mezelf oplegde dat het móést stoppen, hoe erger het werd. Het ene oordeel volgde op het andere en uiteindelijk sloeg het om in paniek. En dan maakte ik die vreemde keuze: beter wakker blijven en mezelf afleiden, dan opnieuw een paniekaanval meemaken. Ik voelde me alleen in die strijd, alsof ik er helemaal zelf voor stond.
De dagen werden zwaarder, ik voelde me steeds meer een zombie die zich door haar werk heen sleepte. De omstandigheden hielpen niet: hoge werkdruk, veel agressie, en het gevoel dat ik niet gehoord werd. Totdat mijn lijf het letterlijk opgaf. Ik kwam mijn bed niet meer uit en kon alleen nog maar huilen. Dat was het moment dat het écht niet meer ging – en ook de laatste dag dat ik op die afdeling werkte.
Achteraf was dat breekpunt nodig. Het dwong me in te zien dat ik niet in die vicieuze cirkel kon blijven rondlopen. Met hulp van een temazepammetje heb ik een week lang vooral geslapen, tot mijn hoofd weer helder genoeg werd om te beseffen: dit nooit weer.
Voor veel mensen met ADHD is dit een bekend patroon. Het brein staat toch al vaak “aan”, en prikkels worden minder goed gefilterd. Daardoor kan een losse gedachte uitgroeien tot een hele stroom van zorgen, innerlijke discussies en doemscenario’s. En hoe harder je probeert grip te krijgen, hoe meer je verstrikt raakt in het piekeren zelf.
De link met een neurodivergent brein
Wat ik later ontdekte, is dat mijn manier van piekeren ook sterk verbonden was met de werking van mijn brein. Als je ADHD hebt, staat je hoofd vaak al aan: gedachten buitelen over elkaar heen, het werkgeheugen raakt snel overbelast en filteren welke prikkel belangrijk is en welke niet, kost enorm veel energie. Daardoor kan een losse gedachte zich razendsnel uitbouwen tot een hele stroom van zorgen en rampscenario’s.
Bij HSP werkt het weer anders: je neemt subtiele signalen en spanningen uit je omgeving intenser waar en verwerkt die dieper. Een kleine frictie of een onuitgesproken spanning kan daardoor veel groter voelen en steeds opnieuw in je gedachten terugkomen.
In beide gevallen ontstaat sneller een vicieuze cirkel. Je brein wil controle en veiligheid creëren, maar hoe harder je denkt, hoe verder je verwijderd raakt van rust.
Van overleven naar begrijpen
Dat besef – dat het niet lag aan mijn wilskracht, maar aan hoe mijn brein werkt – gaf me lucht. Het was voor mij de eerste stap richting herstel. Ik leerde mezelf beter begrijpen en kon daardoor ook milder naar mezelf kijken. In plaats van mezelf te veroordelen om het piekeren, begon ik te zien dat het een automatische strategie was van mijn brein om veiligheid te zoeken.
Juist dát inzicht is wat ik nu ook doorgeef aan de mensen met wie ik werk. Het is niet je schuld dat je hoofd doordraaft, en je bent niet kapot. Je brein vraagt alleen om een andere manier van omgaan met spanning en prikkels. En dat is waar ruimte ontstaat: om patronen te doorbreken, rust te vinden en je eigen kracht weer te voelen.
Waarom piekeren niet zomaar stopt
Piekeren is eigenlijk een vorm van mentale controle. Je brein wil grip krijgen op iets wat onzeker, spannend of onvoorspelbaar voelt. Het lijkt een oplossing, maar vaak is het juist een signaal dat er onderliggend spanning of angst aanwezig is.
Neurodivergente breinen maken dit extra complex:
- Bij ADHD speelt mee dat het werkgeheugen sneller overbelast raakt en het brein moeite heeft om prioriteiten te stellen. Hierdoor voelt alles urgent en eindig je al snel in een wat-als-loop.
- Bij HSP is de diepgaande prikkelverwerking een belangrijke factor. Je brein zoomt automatisch in op details en mogelijke gevolgen, waardoor het piekeren meer lagen en intensiteit krijgt.
Wat veel mensen niet weten, is dat piekeren vaak een reactie op zichzelf oproept. Je merkt dat je aan het malen bent, je baalt ervan en denkt: “Ik moet hiermee stoppen, anders word ik gek.” Precies dát versterkt het piekeren nog meer. Dit kun je de vicieuze cirkel van piekeren noemen: je probeert rust te vinden door te denken, maar veroorzaakt er juist nog meer onrust mee.
De functie van piekeren
Hoe vervelend het ook voelt, piekeren heeft een functie. Het is een poging van je brein om:
- controle te krijgen over iets wat onzeker is
- risico’s te vermijden
- emoties te onderdrukken
- jezelf voor te bereiden op het ergste
Voor neurodivergente breinen werkt dit mechanisme vaak dubbel zo sterk:
- Het ADHD-brein heeft de neiging om constant verbanden te leggen en scenario’s te bedenken, maar kan moeilijk de stopknop vinden. Dat leidt tot mentale uitputting, slapeloosheid en verhoogde impulsiviteit.
- Het HSP-brein voelt spanningen sneller aan in de omgeving en denkt deze door tot in de kleinste consequenties. Dat vergroot de emotionele lading van gedachten en maakt het lastiger om los te laten.
Het brein denkt: “Als ik het maar genoeg analyseer, dan kan ik het voorkomen.” Maar zeker bij ADHD, waar het werkgeheugen sneller volloopt en prikkels intenser worden verwerkt, leidt dit vaak tot mentale uitputting, slapeloosheid en verhoogde impulsiviteit.
De angst voor het piekeren zelf
Een belangrijk kenmerk van chronisch piekeren is dat je niet alleen bang bent voor de inhoud van je gedachten, maar ook voor het feit dát je piekert. Je denkt: “Ik moet stoppen, anders raak ik de controle kwijt.” Daarmee ontstaat er een tweede laag:
- Laag 1: de oorspronkelijke zorg of gedachte
- Laag 2: de angst om te piekeren
Juist die tweede laag kan verlammend werken. Zeker bij mensen die al gevoelig zijn voor prikkels (HSP) of sneller overweldigd raken door gedachten (ADHD), kan dit leiden tot vermijding, zelfkritiek en zelfs het gevoel dat je jezelf kwijtraakt.
Wat je hieruit kunt meenemen
Het belangrijkste inzicht is dat piekeren niet zomaar stopt door harder je best te doen. Sterker nog: hoe meer je ertegen vecht, hoe groter het wordt.
De eerste stap is herkennen dat je brein bezig is met een poging tot controle – en dat dit geen falen is, maar een automatische strategie.
Juist voor mensen met ADHD en HSP kan het helpend zijn om te onthouden dat jouw brein anders werkt:
- Het zoekt sneller naar risico’s en scenario’s.
- Het verwerkt informatie intenser en diepgaander.
- Het heeft vaak meer uitlaatkleppen nodig om spanning te reguleren.
Door dit mechanisme te begrijpen, ontstaat er ruimte om andere manieren te zoeken om met spanning en onzekerheid om te gaan. Denk bijvoorbeeld aan:
- Lichaamsgerichte oefeningen (beweging, wandelen, stretchen) om uit je hoofd en in je lijf te komen.
- Schrijven of tekenen, zodat gedachten letterlijk uit je hoofd stromen.
- Ademhalingsoefeningen, die je zenuwstelsel helpen kalmeren en de cirkel doorbreken.
- Prikkelbewust kiezen: even offline gaan, geluid dempen of rustmomenten inplannen.
Niet om het piekeren direct weg te maken, maar om je aandacht te verleggen naar het hier en nu.
En dat is precies de sleutel: begrijpen wat er in je brein gebeurt, maakt dat je meer grip krijgt op jezelf – zonder te hoeven vechten tegen je gedachten.
👉 In mijn volgende blog deel ik concrete, praktische manieren om de vicieuze cirkel van piekeren te doorbreken. Handvatten die je meteen kunt toepassen, zodat je hoofd weer wat lichter voelt en je meer rust ervaart. Benieuwd? Houd mijn blog in de gaten of volg me via de socials.
0 reacties